Reisverslag Sicilië.
Inhoud: -Heenreis via Venetië,Pompeï en Paestum.
-Noordkust en Palermo en omgeving.
-Terugreis via Z-O kust Italië.
Heenreis.
Omdat onze NKC-reis naar Israel,van 30-8 tot 14-10-2001,niet door kon gaan en we toch dat gevoel hadden om met de camper weg te willen leek zuid Italië met Sicilië ons een redelijk alternatief.En het betere najaarsweer in die regio trok ons ook.
Om in het zuiden van Italië te komen moeten we vanuit Wervershoof een afstand van bijna 3000 km rijden, waarvoor we zo’n twee weken uittrekken.
Omdat we er niet van houden alles over autowegen te rijden besluiten we vanaf Zuid-Duitsland"binnendoor"te gaan rijden. In Garmisch-Partenkirchen vinden we bij het IJsstadion een prima overnachtingplaats, waar we die nacht met 15 campers staan. Vandaar rijden we via weg 2 en 177 naar Innsbruck en vandaar via een fraaie route over Axams naar het Ötztal.Omdat we steeds andere passen willen rijden is ditmaal onze keuze gevallen op de Timmelsjochpas, een pas van 2503 mtr hoog, waarvoor we 105 OS tol moeten betalen. De route is prachtig en is deze prijs meer dan waard. Met de kampeerauto is deze pas prima te rijden, er zitten weliswaar een paar redelijk steile stukken in maar dat levert geen probleem op. We rijden Italie binnen en overnachten op de camping in Merano.Na Bolzano kiezen we voor de SS 50 over de Passo di Rolle en strijken neer op een camping in Arsie in Sud-Tirol(Alto-Adige), waar we met vrienden enkele dagen doorbrengen.
Om het vervolg van de lange rit naar het zuiden van Italië te veraangenamen besluiten we bezoeken te brengen aan achtereenvolgens Venetië,Assisi,Monte Casino, Pompeï en Paestum.
Dit verdeeld onze reis in mooie etappes en er is op die plaatsen nogal wat te zien. Vooraf de nodige informatie doornemen is voor dit soort bezoeken wel gewenst anders wordt het"stenen kijken"zoals iemand het plastisch uitdrukte. Vooral Pompeï en Paestum zijn schitterend, ook al hebben we ze eerder al eens bezocht.
Na Paestum nemen we de SS 267 langs de kust en overnachten in het schitterende havenplaatsje Acciaroli, waar we met nog 3 campers op de haven staan.
De volgende morgen vervolgen we de route naar het zuiden langs de kust via Palinuro en Sapri.Hier rijden we over de SS 18 en vinden onderweg heerlijke stopplaatsen langs het strand. In Falerna Marina staan we s’nachts langs de boulevard en er staan 3 Italiaanse campers naast ons. Vrij staan is in Italië vrij gebruikelijk en er is op internet uitgebreide informatie over te vinden. Op www.camperonline.it kun je heel veel informatie vinden.
De routes zuidwaarts staan op de kaart aangegeven als landschappelijk fraai en zijn dit zonder meer. Je kunt uiteraard ook de autostrada’s nemen, deze voeren door hetzelfde fraaie landschap en zijn voorbij Salerno bovendien tolvrij, maar dat heeft niet onze voorkeur. We hebben tijd genoeg en vinden het heerlijk om door allerlei dorpen en dorpjes te rijden. Alleen bij Napels hebben we de autostrada genomen omdat we, als gevolg van het feit dat in deze stad deze wegen erg slecht staan aangegeven, binnen de kortste keren verdwaalden. De autostrada annex rondweg, die hier tangenziale heet, stond wel aangegeven.
Sicilië,Oostkust en Etna.
Aangekomen bij de Straat van Messina zien we Sicilië al liggen en we nemen in Villa San Giovanni de veerboot naar Messina, de afstand is een beetje vergelijkbaar met de overtocht van Den Helder naar Texel, vaartijd ongeveer 20 minuten, maar wel behoorlijk wat goedkoper. We betaalden met onze camper voor een retour 61.000 lire(ruim f.65, -) ,daarvoor kom je met je camper niet op Texel.
Op Sicilië hebben wij er voor gekozen om eerst zuidwaarts te gaan. Dat betekende, met name op de zaterdag als aankomstdag, dat we in toeristische en drukke plaatsen terechtkomen. Op zaterdag gaan de Italianen bij mooi weer ook massaal naar het strand dus is er af en toe bijna geen doorkomen aan want Italianen doen vrijwel alles per auto en dus zeker naar het strand gaan.
In San Marco, gelegen iets ten zuiden van de drukke toeristische plaatsen Taormina en Giardini Naxos vinden we een heerlijk rustige camping en blijven daar een extra dagje luieren. We treffen hier 3 Belgische echtparen met evenzovele campers en deze zijn enkele dagen tevoren in de buurt van Napels s’nachts om ongeveer 4 uur door dronken jongelui lastig gevallen. Die klommen op de campers en liepen over het dak en sloegen ook met stokken op het dak. Het zal je maar gebeuren midden in je slaap. Nooit vrij staan in de buurt van steden is al jaren ons devies.
Na onze rust-annex wasdag gaan we richting Etna, dat betekent dat we via de SS 120 landinwaarts gaan, via Linguaglossa en Mareneve rijden we een prachtige en rustige route naar Piano Provenzano op een hoogte van ca.1900 meter. Hier boeken we een excursie naar boven, d.w.z.je gaat met vierwielaangedreven voertuigen, die het midden houden tussen een landrover en een bus en waarin zo’n 20 passagiers kunnen plaatsnemen, naar een hoogte van ca.2900 meter. Je zit dan altijd nog zo’n 500 meter onder de top maar je hebt daar een redelijk zicht op. De tocht is aardig aan de prijs, 70.000 lire(f.80, -)per persoon en duurt bijna 2 uur. Boven is er nog een soort rondleiding(uitsluitend in het Italiaans)die is in de prijs inbegrepen. Echt zicht op de krater kregen we niet, sinds de uitbarstingen van 2 maanden terug(begin augustus ’01)zijn er geen excursies meer die naar de krater gaan.
Via de mooie route "om de oost"over Milo en Zafferane Etnea rijden we naar Etna Sud bij Nicolosi.Daar krijg je een zeer indrukwekkend beeld van de gevolgen van de laatste uitbarsting. Bij Rifugio Sapienza is de weg geheel geblokkeerd en is een skilift goeddeeld in de lava verdwenen, terwijl een horecapand vrijwel geheel is ingesloten maar nog wel in gebruik is. De lava is ter plekke op verschillende plaatsen nog gloeiend heet.
De dagtemperatuur, maar vooral de nachttemperatuur, is op die hoogte beduidend lager, de lange broeken en truien moeten uit de kast om het aangenaam te kunnen houden. Vooral s’nachts toen we boven bij Etna Sud "vrij stonden"was het koud en moest de extra deken tevoorschijn komen.
Midden,Zuiden en Westkust.
Ons volgende doel is het stadje Enna, gelegen in het optische midden van het eiland. We rijden nu over wegen waar vrijwel geen toerist is te bekennen, het is gewoon heerlijk rustig. Juist voor we Enna binnen rijden krijgen we een telefoontje vanuit Nederland dat er in New York een aanslag zou zijn gepleegd. Als je dan de TV aanzet en ziet wat daar gebeurt dan weet je even niet in wat voor wereld je leeft. De aardigheid van zo’n reis is dan even helemaal weg. Als s’avonds jongelui dan nog een stinkbommetje op je camper gooien heb je het even helemaal gehad. We hebben de volgende morgen Enna nog wel bezichtigd maar we waren opvallend snel uitgekeken deze keer.
Vanuit Enna gaan we zuidwaarts en bezoeken in Piazza Armerina de Villa Romana del Casale, wereldberoemd vanwege de oude en zeer fraaie wand-en vloermozaïeken en beslist de moeite waard. In Gela bereiken we vervolgens weer de kust en zetten koers richting Agrigento.De Valleï di Templi is een absolute must en vooral de Concordia-tempel is bijzonder gaaf en mooi. Jammer dat de nieuwbouw van de stad steeds dichter bijkomt, de Vallei is nog steeds geen beschermd gebied en dat is absoluut onbegrijpelijk. Maar ja, dit is Italië.
In deze regio treffen we op verschillende plaatsen leuke stranden en strandjes waar we heerlijk vrij kunnen staan en genieten van het prachtige weer. Volgens het weerbericht regent het in Nederland vrijwel elke dag langdurig in deze maand (sept.2001.Nadat we in Selinunte de opgravingen nog hebben bezocht gaan we richting westpunt. Het wordt steeds rustiger, af en toe zien we een toerist, meestal met een camper, en voor de rest alleen de plaatselijke bevolking.
Bij Marsala treffen we een ander landschap aan, de kust bestaat hier hoofdzakelijk uit lagunen met daarin zoutpannen. Opvallend hier zijn de karakteristieke molens die bij de zoutwinning worden gebruikt. De kust is hier rotsachtig met prachtig helder water waarin je heerlijk kunt snorkelen. Als we hier vrij staan staan we moederziel alleen, alleen 2 zwerfhonden houden ons gezelschap. Ze gaan voor de camper liggen en fungeren ongemerkt als waakhond.
Trapani kent een drukke haven en het is niet moeilijk om een mooi plaatsje te vinden langs de ruime kades om alle activiteiten een tijdje gade te slaan. Opvallend zijn de kleine houten vissersbootjes, bijna allemaal in blauw en wit geschilderd, voorzien van de prachtigste namen, waarbij we er zelfs nog aantreffen die d.m.v.roeien moeten worden voortbewogen. Dit is des te verbazingwekkender omdat in Italië ogenschijnlijk alles en iedereen gemotoriseerd lijken te zijn, je krijgt af en toe het idee dat er in Italië meer auto’s en scooters zijn dan inwoners.
Erice, ons volgende doel, is een stadje gelegen boven op een berg met zeer veel karakteristieke en dus nauwe straatjes. Met de camper moet je buiten de poort parkeren en te voet verkennen we het stadje.
De bewoners mogen wel met hun (kleine)autootjes in de stad, omdat alles eenrichtingsverkeer is kunnen ze er net door, maar opvallend is het grote aantal auto’s met deuken en kapotte buitenspiegels. Ook opvallend is dat bij geparkeerde auto’s de buitenspiegels worden ingeklapt.
Noordkust en Palermo.
Vanuit Erice via de SS 113 richting Palermo rijdend voert de route door een wijnbouwgebied en regelmatig zien we langs de weg coöperatieve"wijnfabrieken"waar het in deze tijd van het jaar natuurlijk een drukte van jewelste is.
Segesta kent een bijzonder fraai gelegen tempel die vooral vanaf enige afstand erg mooi is. Komend vanaf de SS 113 is er een heel mooi observatiepunt ongeveer 1 km voor de tempel. Je kunt vandaar de tempel prachtig zien liggen en je ontloopt de drukte van opdringerige souvenirverkopers en de busladingen kakelende japanners.
Doorrijdend via de SS 113 richting de kust komen we in Castellamare del Golfo, een mooi gelegen toeristische plaats met een flinke haven waar ruimte genoeg is om rustig te parkeren.
Hier ruil ik mijn 12 kg-gasfles om voor een volle fles model"italia", volgens de verkoper kan ik die fles overal omruilen want het is een "modello internazionale", maar ik heb daar zo mijn bedenkingen tegen. Maar voor een volle fles betaal slechts ca.f.25, - dus ik waag het erop. Een vuladres heb ik op Sicilië niet kunnen vinden en het risico om zonder gas te komen wil ik niet.
Langs de kust gaan we richting Palermo en we passeren Punta Raisi, waar het internationale vliegveld van Palermo is gelegen. Als we daar een koffiestop houden en we zitten door de verrekijker de activiteiten te observeren stoppen er na korte tijd twee auto’s met gierende remmen naast ons en komen er 2 rechercheurs en 3 politieagenten, waarvan 2 met getrokken pistool, op ons af. Wij werden blijkbaar aangezien voor personen met verkeerde bedoelingen, maar nadat ik hen had uitgelegd dat ik geintresseerd ben in alles wat met vliegen te maken heeft en zij onze paspoorten hebben gecontroleerd vertrekken ze weer, weliswaar met het dringende advies om niet meer door de verrekijker naar de vliegtuigen te kijken. Dat was wel even schrikken maar gezien wat er recentelijk was gebeurd wel enigszins te begrijpen. We hebben er later wel om kunnen lachen.
Palermo blijkt een drukke stad te zijn waar een parkeerplaats voor een camper vrijwel niet te vinden is. Bovendien zijn veel straten zo smal dat je er nauwelijks door kunt. Snel door naar Monreale waar een prachtige dom een bezoek meer dan waard is, althans de binnenzijde, want de buitenzijde stelt niet zoveel voor. Omdat er op zaterdagavond een kerkdienst gaande is besluiten we op het parkeerterrein te overnachten en de volgende morgen een uitgebreider bezoek te brengen aan de dom en de naastgelegen kloosterhof. Absoluut de moeite waard.
Dwars doorPalermo zoeken we de kustweg SS 113 weer op richting Cefalu met een opvallend fraai gelegen dom die echter van binnen geheel in de steigers blijkt te staan. In Tinari, iets verder oostwaarts gelegen, staat de dom van de zwarte madonna, nog geen 50 jaar oud en in de reisgidsen als protserig omschreven maar naar onze mening beslist een bezoekje waard. Al was het alleen maar vanwege het prachtige uitzicht. Ook zijn er opgravingen met een amfitheater en resten van een tempel.
Na nog een rit over het schiereiland bij Milazzo en Capo Peloro, de meest noordoostelijke punt van Sicilië verlaten we bij Messina het eiland weer.
Terugreis via Z-O kust Italië.
Terug op het "vaste land" vervolgen we onze route "om de zuid", komen langs mooie en minder mooie stranden maar vinden in Ferruzzano Stazione, een gehucht met een stationnetje, een welhaast ideale vrije overnachtingplaats, waar we dan ook een paar dagen blijven hangen. We staan langs een ca, 2 km lange boulevard direct aan het strand en het prachtig heldere blauwe water is op slechts 50 meter afstand. Ook blijkt er een waterkraan te zijn en een stortplaats voor ons toilet, alles geheel gratis. Volgens de plaatselijke winkelierster staat de boulevard in augustus helemaal vol, nu zijn we er met z’n tweeën.
Verder rijdend zien we bij Capo Rizzuto op de kaart een "Parco Naturisto"staan, hetgeen inderdaad een naturistenpark blijkt te zijn. Nooit geweten dat er zoiets in Italië bestond omdat topless zonnen in Italië zelfs nog maar nauwelijks voorkomt.
Bij Crotone verlaten we de route langs de kust en zoeken de autostrada A 3 op voor een vlotte terugreis. We staan een nacht vrij in Morano Calabro op een overnachtingplaats, met opnieuw gratis water en stortplaats, en dit kost ons bijna een heel filmrolletje vanwege de prachtige ligging, vooral in de ochtendzon, we raken bijna niet uitgekeken. Wat een geluk dat hier een overnachtingplaats is anders hadden we dit prachtig gelegen plaatsje gemist.
Bij Avelino verlaten we de autostrada en gaan binnendoor tot Pescara, hier nemen we weer de autostrada tot Rimini.Hier vinden we in Igea Marina, 5 km ten noorden van Rimini, een speciale kampeerautocamping. Er is een centrale plaats voor waterinname en storten, er is elektra maar voor de rest zijn er geen(dure)voorzieningen. Iedere avond om 7 uur komt de baas langs en betaal je voor 1 nacht. Een ideale camping tegen een zeer redelijk tarief van 19.000 lire per nacht. Vervolgens gaan we binnendoor huiswaarts en komen in Zuid-Duitsland in het slechte weer terecht waar we via het nieuws al voor gewaarschuwd zijn. Valt weer tegen na 6 weken prachtig weer. Daarom maar via de autobahn naar huis. Bij Ulm krijgen we nog een enorme schrik omdat we een klapband krijgen. Gelukkig komen we met de schrik en wat lichte schade aan de onderzijde van de camper vrij.
N.B.Uitgebreide informatie voor campers is te vinden op www.camperonline.it . Alle informatie over parkeer-, lozings-en overnachtingplaatsen is hier te vinden, weliswaar in het Italiaans, gerangschikt per regio en binnen de regio’s weer per provincie. Met een italiaans-nederlands woordenboek erbij kom je er wel uit. Bijkomend voordeel is dat je hiermee heel makkelijk de weg kunt vragen. Je wijst op de lijst aan wat je wilt weten en met een stortvloed aan(Italiaanse)woorden wordt je uitermate vriendelijk en behulpzaam op weg geholpen. En vrij staan is, vooral in Zuid Italië, heel normaal.