Noorwegen: een natuurtalent.
In 1999 maakten we een reis naar de Noordkaap,het noordelijkste puntje van Noorwegen. We vertrokken op 27 mei en waren weer thuis op 6 juli en hadden toen 10.353 km onder de wielen van onze camper door.De heenreis hebben we steeds de kust gevolgd,zowel in Denemarken als gedeeltelijk ook in Noorwegen, de terugroute voerde ons door Lapland en langs de Botnische Golf door Zweden weer terug naar Denemarken en via Noord Duitsland weer naar Huis. Achteraf bekeken had ik de tocht liever in omgekeerde route gereden omdat de Noorse natuur spectaculairder is dan de Zweedse ,Zweden is meer een land van uitgestrekte meren en bossen. Tot en met Hamburg volgden we de autobaan, daarna de kust van Denemarken tot Hirthals ,
waar een mooie en fotogenieke vuurtoren staat. Hier namen we de veerboot naar Kristiansand. Omdat het voorseizoen was dachten we zonder reserveren mee te kunnen ,maar dat viel tegen. Uitsluitend op de nachtboot ,die om 00.45 vertrok ,konden we nog een plaatsje bemachtigen. We betaalden daarvoor 1355 DKr zonder hut.We namen de route door het Setesdal ,waar we in een toiletgebouwtje langs de weg zelfs ons toilrt konden legen.Bij Hovden vonden we in de stilte een prachtige overnachtingsplaats.
Bij Vikafjell kwamen we al flink wat sneeuw tegen .Na Roldal,waar een mooi stavkyrke een bezoekje waard is,passeerden we de waterval van Latefossen. Via het veer Brimnes-Bruravik reden we de route naar Bergen, een stad die een bezoekje waard is. Vooral langs de haven is het erg mooi.Het oude gedeelte is daar nog geheel van hout opgetrokken en de panden zijn prachtig kleurig geschilderd. Omdat Bergen bekend staat om het feit dat daar de meeste regen valt en wij daar s'middag ook mee geconfronteerd worden gaan we op weg richting Lom. We rijden via het berggebied Jotunheimen, waar de sneeuw op sommige plaatsen begin juni nog twee meter hoog is. In Lom staat het mooiste stavkerkje van Noorwegen, maar vanwege een begrafenis kunnen we er niet naar binnen en moeten het derhalve met de buitenkant doen.Via Grotli rijden we naar Geiranger ,waar we genieten van een prachtig uitzicht op misschien wel de mooiste fjord van Noorwegen, de Geiranger Fjord.
Via het veer Eidsdal-Linge ( NKr.55) gaan we naar Alesund, een prachtig stadje ,prachtig gelegen maar helaas worden we bijna weggespoeld door de regen. Omdat het de volgende dag nog steeds regent besluiten we te vertrekken en gaan via Andalsnes en Eidsvag naar Trondheim. Hier bezoeken we het ski-museum en het Folke-museum.De volgende dag gaan we weer verder en passeren het leuke plaatsje Mosjoen dat heel fotogeniek blijkt te zijn.
Steeds verder noordwaarts rijdend komen we de volgende dag de poolcirkel tegen, een plaats die je niet ongemerkt voorbij rijdt want je wordt er nadrukkelijk op gewezen. Hier zien we de eerste groep rendieren.We besluiten de Lofoten te bezoeken dus rijden we naar Bodo waar we het veer nemen naar de Lofoten (NKr 517).Het veer vertrekt om 12.00 uur en om 15.45 zijn we in Aa op de Lofoten. In Reine vinden we een prachtige overnachtingsplaats aan de haven. Het is hier werkelijk adembenemend mooi. De Lofoten bestaat uit vele,door bruggen aan elkaar verbonden eilanden en eilandjes en het is er heerlijk stil en rustig. De kabeljauw wordt hier op rekken langs de weg gedroogd ,je kunt er zo één meenemen als je dat zou willen. Uiteindelijk verlaten we dit paradijselijk deel van Noorwegen en gaan de drukke E6 richting Narvik weer opzoeken. De route's langs de fjorden zijn prachtig en nodigen uit om te stoppen.
Via Alta rijden we naar Hammerfest waar we in slecht weer aankomen en een camping opzoeken.(NKr.90) De volgende dag is het weer droog en bezoeken we de stad die in de zomer drie maanden lang geen nacht kent en in de winter drie maanden lang geen dag kent.
Hierna rijden we via Honnigsväg door de splinternieuwe Nordkaptunnel (N,Kr,165) naar de Noordkaap.De Noordkaap is een kale rots die 200 meter hoog uit zee op rijst en waar het Noordkaapmonument met bijbehorend bezoekerscentrum in feite de enigste bezienswaardigheden zijn. Een verblijf van twee nachten
aldaar kostte ons NKr 350. tesamen met de kosten van de tunnel een vrij kostbaar gebeuren maar je wilt het toch een keer met eigen ogen aanschouwen. Vooral het schouwspel van de middernachtszon kun je daar prachtig bekijken ,als het weer het toelaat tenminste want dat gooit daar nogal eens roet in het eten. Hierna zetten we via een fraaie en zeer stille route koers naar Lapland ,waarbij we onderweg nog een vosje op de foto kunnen zetten die langs de weg scharrelt.
Via Ifjord en Tana bru rijden we een fraaie route naar Karasjok waar een regiovergadering van de Samen (Lappen) in klederdracht de aandacht trekt. Ook het openluchtmuseum van Karasjok is de moeite waard.We passeren nu weer de poolcirkel in Zweden en rijden langs de Törnealv rivier met indrukwekkende stroomversnellingen. Bij Haparanda bereiken we de Botnische Golf .Bij Lulea bezoeken wij het openluchtmuseum "Gammelstad",dit betekent oude stad.
De stad Lulea is namelijk geheel opnieuw herbouwd aan de Botnische Golf omdat de oude stad als gevolg van bodemwijziging een stuk landinwaarts kwam te liggen.Hierna gaan we richting Stockholm ,onderweg is het alles bossen en meren ,prachtig mooi maar wel vrij eentonig.Stockholm is een prachtige stad en is een bezoek meer dan waard. Ook het Vasamuseum is zeer de moeite waard.De kust volgend komen we op het eiland Öland terecht dat door een lange brug met het vaste land is verbonden. Het blijkt een prachtig eiland te zijn waar we heerlijk een dagje blijven.De kust volgend gaan we verder zuidwaarts, nemen de veerpont in Helsingborg naar Helsingör in Denemarken ,waar we nog een dagje Kopenhagen nemen.Hierna rijden we via Abenraa en Flensburg naar de oever van de Elbe waar we in Glückstadt het veer over de Elbe nemen.De volgende dag komen we via Bremen en Oldenburg bij Nieuweschans weer terug in eigen land en rijden via Groningen-Heereveen-Afsluitdijk naar Wervershoof waar het mooi weer is.