Van 4 november 2010 tot 11 januari 2011 maken we een camperreis door Australië met een ruilcamper.
Onze gereden route ziet u op bijgaand kaartje,aanvankelijk waren we van plan naar West Australië te gaan maar in ons verslag kunt u lezen dat we daar onderweg van hebben afgezien.Ons startpunt was Nimbin,aan de oostkust, via de outback van New South Wales westwaarts naar Port Augusta en dan de lange route naar West Australië.Na twee dagen en bijna 1000 km vanaf Port Augusta hebben we ons gerealiseerd dat we op deze manier wel erg veel moesten rijden en zijn op onze schreden terug gekeerd zoals dat heet.Vanaf dat keerpunt zijn we langs de kust terug gereden.
We vliegen met Malaysian Airlines en hebben een stopover in Kuala Lumpur, zowel op de heenreis als op de terugreis. In Kuala Lumpur maken we een stadstour op de heenreis en een excursies naar de historische stad Malacca op de terugreis. Kuala Lumpur is een drukke en grote stad maar alles ziet er netjes uit. De stadstour vonden wij zeer de moeite waard, de excursie was aanmerkelijk minder interessant.Daarbij komt dat Malacca 150 km ten zuiden van Kuala Lumpur ligt dus zit je 300 km in een bus.
Onze bestemming in Australië is Brisbane waar we afgehaald worden door John en Lindy, met wiens camper wij de 9e november vertrekken voor onze reis door Australië.
In Casino doen we bij de Aldi eerst boodschappen, gelijk even naar de liquorshop voor een doos bier en een flesje wijn, want alcoholica mag in de supermarkt niet verkocht worden, waarna we via Tenterfield een prachtige route rijden en in Glenn Innis pakken we onze eerste camping. Via Moree vervolgens naar Walgett,op de kaart een klein stukje,volgens de camper 446 km. Prachtige natuur, wel een regenbuitje onderweg. De camping staat ons niet aan,in een park met spelende kinderen en bijbehorende herrie, dus zoeken we een andere plek. We worden verwezen naar een motel,een eindje buiten Walgett, maar omdat we eerst de verkeerde afslag nemen komen we vast te zitten in de modder. Een Aussie met een 4WD trekt ons er voor twee blikjes bier weer uit. Bij het motel staan we prachtig,midden in de natuur. Van Walgett naar Cobar en dat ligt in de outback van New South Wales en dat is te merken ,het is inmiddels34 graden. De volgende morgen bezoeken we hier het Outback Heritage Center dat geheel is gewijd aan de mijnindustrie en met name de kopermijn die hier was. Interessant en de moeite waard. Hierna rijden we van Cobar naar Wilcannia,265 km over één lange weg zonder één enkel dorpje met slecht enkele restareas .Wilcania is maar een klein en rommelig plaatsje op een kruising van wegen, hier wonen en werken vrij veel Aboriginals. Op de camping worden we nog verrast door een flinke onweersbuis met bijbehorende plensregen. Er is hier de laatste tijd extreem veel regen gevallen,iedereen heeft het er over,dit schijnt al heel lang niet te zijn voorgekomen. Alles is ook mooi groen en dat hoort hier niet. Hebben wij weer. Over de onverharde wegen rijden de 4WD met sneeuwkettingen anders komen ze er niet door. Je moet niet vragen hoe
die auto’s er uit zien. We rijden naar White Cliff,een opaalcentrum,één lange weg 94 km lang,dezelfde weg weer terug,even 188 km maar wel de moeite waard. Bill ,zelf een gepensioneerde “digger”(opaalzoekers die de grond doorzoeken om opaal te vinden) leidt ons rond in zijn stokoude 4WD en laat ons het hele gebied zien waar wordt gegraven. Zelf heeft hij ook een concessie(d.i. een afgebakend stuk van 50 x 50 m waar hij mag graven,kost 60 $) maar een echt grote vondst heeft hij nog niet gedaan. Zeer interessant en Bill kan het heel goed uitleggen en is goed te verstaan, want dat is met de echte Aussies nog wel eens een probleem.
Daarna zelfde weg weer terug en verder westwaarts naar Broken Hill ,een flinke plaats met veel mijnindustrie. Onderweg een zware bui met veel regen en een weersomslag, s’morgens nog 35 graden, na de omslag nauwelijks 20 graden.We bezoeken Broken Hill Sculptures en Living dessert,6 km buiten de stad. Prachtige bloemen en planten en
twee prachtige lizards (grote hagedissen)gezien en een goanna. Daarna Silverton bezichtigd, een filmlokatie op 24 km van Broken Hill. Tot slot nog de Miners Memorial bezocht met prachtig uitzicht over de stad. Na Broken Hill verder westwaarts en via goasttown Olary en een overnachting in Peterborough zoeken we in Port Augusta een kapper op want Nely wil dat lange haar kwijt. Daarna verder westwaarts, lange rechte wegen en weinig te zien. In Ceduna overnachten we op een camping aan het strand en daarna gaan we de Nullarbor op, de lange,vrijwel rechte weg naar West Australië. Kort voor de grens tussen Zuid en West Australië overnachten we op een restarea en onder het
genot van een drankje beginnen we ons af te vragen waar we mee bezig zijn, we moeten nog meer dan 1000 km over de Nullarbor en dan volgen in West Australië nog behoorlijke lange ritten,waarna we weer terug moeten over deze zelfde saaie weg. We rekenen uit dat we dan zo'n 20.000 km in twee maanden moeten rijden en dat is te gek. We besluiten West Australië te laten vervallen en rijden de volgende morgen terug naar Ceduna waar we eerst een dagje rust nemen om van het mooie weer en het strand te genieten.
Vanaf Ceduna doen we rustig aan en we nemen de kustweg over Eyre Peninsula, onderweg passeren we een paar leuke plaatsjes als Smokey Bay, Streaky Bay en Venus Bay en we bezoeken de Tala Caves. Na een overnachting in Elliston is Port Lincoln onze volgende overnachtingplaats nadat we onderweg nog de Glenn Forest Animal Farm hebben bezocht die zeer de moeite waard was.Vanuit Port Lincoln volgen we de kust tot Cowel waar we de ferry zullen nemen. Daar aangekomen is het wel heel erg stil. Blijkt deze ferry alleen in het hoogseizoen te varen vanaf kerstmis. Dat is balen. Moeten we zo’n kleine 400 km rijden om aan de overzijde van de Spencer Gulf te komen. Na Port Augusta zuidwaarts via
Crystal Brook en Clare naar Barossa Valley,een mooie route maar weer wel een flinke afstand. We bezoeken het Seppelt Mausoleum en in Kapunda nog het enorm grote beeld van Matt The Miner, een eerbetoon aan de vele mijnwerkers die in dit gebied gewerkt hebben. Tanunda en omgeving is echt prachtig, we rijden naar een prachtige lookout met een sculptures-tuin,we bezoeken Kayserstuhl Conservation Park waar we de kangaroes bijna kunnen aanraken en we bezoeken de Whispering Wall, een stuwdam waar je elkaar over grote afstand kunt verstaan omdat het geluid langs de binnenronding van de betonnen stuwdam wordt geleid. S’avonds staan we op een camping in Gawler,een gezellig stadje en we gaan gezellig uit eten. Het is niet duur maar het gaat er wel even anders aan toe als bij ons. Het is een gerenommeerd restaurant maar je moet eerst in de rij staan om te kiezen wat je wilt eten en meteen betalen en daarna wordt het vlees wel bezorgd maar de rest moet je langs een buffet zelf halen. En de TV schermen aan beide zijden van de zaal staan doorlopend aan. In Adelaide,ruim 35 km, bezoeken we het schitterende SA Museum waar je alles vindt over de Aboriginals en hun levenswijzen. Ook is er een grote afdeling gewijd aan dieren . s’Middags wandelen we door de beroemde Rundle Mall en s'avonds strijken we neer op de camping In Hahndorf, een stukje Duitsland in Australie. Via McLaren Vale, een ander wijngebied,gaan we richting Kangaroo Island, we overnachten nog in Wirrina Cove Resort waar het s’avonds wemelt van de kangaroes, maar deze zijn vrij schuw dus we kunnen er
niet heel dicht bij komen. De ferry naar Kangaroo Island vertrekt uit Cape Jervis ,we hebben niet gereserveerd maar s’middags om 4 uur kunnen we mee en na een klein uurtje rijden we het eiland op en nemen de camping in Penneshaw, waar de ferry aan komt. Tegenover de camping is een zgn.pinquin-parade ,wij gaan in de schemering kijken maar er is geen pinquin te zien.
30-11.Op Kangaroo Island(lengte ca.130 km,breed 50 km, 4400 inwoners) in Penneshaw ,eerst naar de toeristinfo ,we willen van de natuur en de dieren- en vogelwereld op dit eiland genieten en dat is er volop.In Kingscote,de hoofdplaats, wat boodschappen gedaan en de omgeving bekeken. Heerlijk aan strand gezeten. Daarna nog een bezoekje gebracht aan Emu Bay waar een groepje pelikanen op ons zat te wachten. Leuk. Via de Playford Hwy naar Parndana, waar we een Animalfarm bezoeken, heel veel dieren en vogels. Daarna door naar Flinders Chase National Park waar we de Platypus Waterhole Walk doen, er moeten daar Platipussen( vogelbekdieren) zitten maar we zien ze niet. Daarna naar de camping waar het
wemelt van de kangaroes ,vooral in de schemering, en er zitten enkele koala’s vlak naast de camper in een boom. In Flinders Chase Nationaal Park bezoeken we de Remarkable Rocks,een heel bijzondere rotsformatie. Via Weirs Cove naar Admiral Arch waar veel zeeleeuwen op de rotsige kust verblijven. Daarna nog een “hike”naar Snake Lagoon,het is
vandaag vrij warm en dat maakt dat we deze prachtige wandeling met moeite volbrengen. Wel een mooie goanna gezien en gefotografeerd. Nat van het zweet rusten we voldaan uit van deze mooie dag. Op de route terug naar de ferry bezoeken we eerst nog de Helly Hill Caves en in Vivonne Bay hebben we lekker een tijdje op strand gewandeld. Via Kingscote ( paar boodschappen doen) terug naar Penneshaw waar we s'avonds aan het strand een paar pinguïns zien. Tot laat buiten gezeten want het is heerlijk weer. Prachtige natuur hier,echt de moeite waard om de oversteek te maken.
Na het verlaten van het prachtige Kangaroo Island,we konden om 16.30 uur met de boot mee,zijn we nog naar Victor Harbor gereden,waar we s’avonds nog lekker langs het strand hebben gewandeld. De
volgende morgen via de lange loopbrug naar Granite Island gewandeld ,het pinquin centrum aldaar bekeken en koffie gedronken met uitzicht op een paar dolfijnen. s’Middags bij Wellington de pont over de Murray River(de grootste rivier van Australië) en in Salt Creek bij Coorong NP overnacht. weersomslag met onweer en veel regen. Mt.Gambier is een mooie plaats met prachtige tuinen,we bezoeken de volgende morgen de Umpherston Sinkhole, het prachtige kratermeer Blue Lake en het Lady Nelson park. In het Tower Hill reserve vinden we tijdens een wandeling een slang op ons pad emoes bij de camper krijgen en staan onder een boom waar 3 koala's in zitten. Prachtig. Via Warrnambool rijden we naar
Peterborough ,het begin van de Great Ocean Road van de westkant althans.We rijden we deze prachtige route en stoppen op vele mooie plekjes langs de kust met namen als:The Grotto,London Bridge,The Arch,Sentinel Rock, Loch and Gorge (waar we een slang net op tijd zien
om er niet op te trappen) en The Twelve Apostels. Het is koel weer met af en toe een buitje maar we kunnen tussen de buien alles prachtig bekijken en fotograferen,af en toe een zonnetje er bij maakt er een mooi geheel van. Aan het eind van de middag gaat het echt regenen maar dan hebben we alles gezien en rijden naar Apollo Bay waar we op een camping neer strijken na echt een hele mooie dag. In Torquay,het surfparadijs,bezoeken we Tiger Moth World ,een klein vliegveld met een speeltuin, het stelt niet veel voor maar je kunt er een rondvlucht met een Tiger Moth maken en parachutespringen.
Iets verderop in Barwon Heads vinden we Jerralinga Wildlife Sanctuary waar we uitgebreid rondkijken. In Queenscliff nemen we de ferry naar Sorento ,binnen het uur zijn we over en zo hoeven we niet helemaal om te rijden om de Port Phillip Bay, waaraan Melbourne ligt. Via Hastings rijden we naar Phillip Island (afgekort PISLAND(?)), onderweg bezoeken we nog een swamp observation Tower en Wildlife Wonderland maar dat laatste bleek niet bepaald een wonderland te zijn, erg rommelig maar wel veel dieren. S’avonds bezoeken we op Phillip Island de beroemde pinquinparade, een prachtig gezicht om die tientallen pinguïns aan land te zien komen en naar hun overnachtingplaatsen te zien waggelen. Ook de begroetingsrituelen zijn vertederend om te zien. De jongen lopen hun ouders soms al tegemoet ,ze bedelen meteen om eten want daar wachten ze de hele dag al op. We zijn pas tegen twaalven weer op de camping, het was zeer de moeite waard. In Wilsons Promontory Nationaal Park, kortweg de Prom genaamd, blijkt het erg druk te zijn, iets wat we niet verwacht hadden. S’avonds kunnen we tijdens een wandeling in de schemering een wombat uitgebreid observeren, iets wat ons nog niet eerder was gelukt. Ook loopt er een hert over de camping. De volgende dag onderweg maken we een uitstapje naar een waterval, Agnes Falls, en dat blijkt een heel mooi en rustig plekje te zijn waar we in alle rust kunnen genieten van de vele vogels die daar zitten. In Sale op de
camping zie ik een paar possums(moeder met jong) vlak voor de camper zitten,in nachtgewaad een paar mooie foto’s gemaakt.
Via Bairnsdale rijden we naar Lakes Entrance, een toeristische plaats met strand. We doen boodschappen en genieten er van het heerlijke weer. s’Middags rijden we via Orbost, waar we een hele leuke expositie aantreffen en bekijken, naar Cann River waar we op het Rainforest Caravan Park overnachten de volgende morgen doen we de Drummer Rainforest Walk ,een echt mooie wandeling door een fraai stukje regenwoud. In Eden, vroeger het centrum van de walvisvangst in Australië, bezoeken we het Killer Whale Museum. Er ligt hier een groot cruiseschip voor de haven en dat blijkt de “Volendam” van de Holland Amerika Lijn te zijn.In Merimbula bezoeken we het zeeaquarium,het is niet groot maar goed verzorgd en interessant. We rijden s’middags verder en komen in heel slecht weer terecht,zware regenval en onweer. In Batemans Bay bezoeken we het Shellmuseum, erg mooi. S’middags rijden we verder en gaan naar Pebbly Beach, een stukje strand omringt door bush. We overnachten er en maken er wandelingen, onderweg zien we een grote goanna en veel kangaroes. Het is heerlijk weer dus we leven helemaal buiten. Wel steeds last van muggen dus insmeren.
Na Nowra verlaten we de kust en tevens de drukke Hwy langs de kust en nemen een route meer landinwaarts want de vakanties en de bijbehorende drukte zijn hier losgebarsten. In Kangaroo Valley treffen we een heel mooie ouder hangbrug, de Hampden Bridge ,we rijden langs de Fitzroy Falls, een 81 meter hoge waterval waar we een lekkere wandeling maken en daarna op het gemak via Picton naar Camden waar we na 138 km nog net een plekje op een camping kunnen vinden. Het weer is nu heerlijk dus we leven buiten. De volgende dag rijden we door Sydney ,over de Harbour Bridge en zoeken en vinden direct naast de brug een parkeerplaatsje. We wandelen over de brug en vanaf de brug heb je een prima uitzicht op hartje Sydney inclusief het Operahouse. Maar na
de wandeling hebben wij het wel bekeken in deze drukte en gaan in noordelijke richting verder en vinden bij Windsor een camping. De volgende dag rijden we door een uitgestrekt bosgebied over de Dividing Range, waarbij het af en toe flink klimmen en dalen is. Het is nu rond de 23 graden dus heerlijk weer. Na 180 km strijken we neer in Singleton en hier willen we morgenochtend een kerstdienst gaan bezoeken. Kerstviering lijkt hier toch een heel ander karakter te hebben dan wij gewend zijn, er is heel weinig kerstversiering en wat er is zouden wij direct in de vuilnisbak gooien. Via Gloucester rijden we over de Thunderbolt Hwy naar Armidale waar veel wateroverlast is.
Vanuit het natte Armidale rijden we via de Waterfall Hwy verder, we bezoeken onderweg de Wollomombi Gorge met twee watervallen, de hoogste is 220 meter,en we maken een wandeling in de Gorge. Met de middag gaan we verder en rijden naar het Cathedral Rock NP, dat ligt 8 km van de weg op een hoogte van 1400 meter en er is een natuurcamping waar we een plekje vinden. s’Middags maken we een prachtige wandeling om de rock, een wandeling die ons 3 uur kost dus zijn we s’avonds uitgeteld. De hele nacht en de volgende morgen regent het, we bezoeken nog de Ebor waterval en daarna willen we in Dorrigo het Rainforest Centrum bezoeken
maar het regent zo hard dat we dat moeten laten. We dalen nu af naar zeeniveau en komen weer bij de kust, waar we het Coffs Harbour Butterfly House bezoeken waar we de prachtigste vlinders kunnen bewonderen en fotograferen. In Woolgoolga overnachten we op een camping en hier zie ik tijdens een wandeling een aantal Flying Foxes van heel dicht bij. Dat zijn van die grote vleermuizen die overdag met hun hoofd naar beneden in de bomen hangen en nu vliegen er in de schemering een aantal rond en gaan vlakbij in een boom hangen. Helaas is het te donker om er een foto van te maken. In Corindi Beach r is een Aboriginal Cultureel Centrum maar dat blijkt slecht te bestaan uit een winkel waar Aboriginal kunst wordt verkocht en een café. Dat viel dus nogal tegen maar de kunst is het bekijken waard. Daarna rijden we nog naar het
strand in Red Rock maar het is er erg druk dus maken we weer snel rechtsomkeert en gaan naar Grafton,een leuk stadje waar we eerst de Fig Tree Avenue bezoeken en daarna een prachtige camping met zwembad vinden. In Nymboida,zo’n 40 km ten zuiden van Grafton, schijnen vogelbekdieren (platypusses) te zitten en die willen we graag zien. Alleen de plek waar ze zitten blijkt erg druk te zijn en een local verteld ons dat de kans om ze te zien buitengewoon klein is. Het zijn zeer schuwe dieren. Daar willen we niet de hele dag op gaan zitten wachten dus gaan we weer terug naar de camping. Oudejaarsdag bezoeken we een art gallery in Grafton en voor de rest genieten we van het prachtige weer en maken gebruik van het zwembad op de camping. We blijven uiteraard op tot middernacht maar omdat er weinig te beleven valt en de jaarwisseling hier uiterst rustig en vredig verloopt, nagenoeg zonder vuurwerk, liggen we kwart over twaalf op bed. Op nieuwjaarsdag nemen we een kijkje in Yamba waarna we via Maclean,waar alles Schots is, en Lawrence en via Casino naar Kyogle rijden waar we de prachtige Lion's Road route door de Border Ranges rijden. Na nog een prachtig stuk regenwoud gaan we terug naar Casino waar we s'avonds in de schemering honderden vleermuizen zien overvliegen. Het blijken zogenaamde fruit-bats te zijn die overdag in het regenwoud verblijven en s'avonds en s'nachts de fruitplantages opzoeken .We maken de camper schoon en gaan terug naar ons vertrekpunt om de camper na 9933 km weer netjes bij John en Lindy af te leveren. Op 7 januari stappen we in Brisbane op het vliegtuig en na twee dagen Kuala Lumpur landen we op 11 januari in de vroege morgen op Schiphol en komen behouden thuis in een koud en mistig Nederland.
Nely en Chiel de Graaf.